In de luren gelegd worden en van binnenuit de mores (en het gebrek eraan) leren kennen van het web-development-wereldje. Dat is voor mij de ongewilde start gebleken van het bouwen van websites. De start van Rem. Ooit geagiteerd en beledigd. En daardoor blijkbaar niet alleen geprikkeld, maar ook gemotiveerd. Overtuigd. Intrinsiek. Ik vond dat het anders moest. Uiteindelijk ging ik het ‘zelf wel doen!’. Maar dan oprecht, correct en fair. En dit is het verhaal erachter:


Ooit werkte ik bij een keten in specialistisch vloerenonderhoud. Natuurstenen en houten vloeren, dat deden wij. Schuren, lakken, oliën, olie/hardwax, kristalliseren, slijpen, drevelen en stoppen… Ik zal voor de rest van m’n leven een zwak houden voor mooie, natuurlijke vloeren.

Ik werkte daar vanaf 2007. En in 2008 hadden we stevige plannen. We wilden het bedrijf, het netwerk, professionaliseren. Een essentieel element daarin was onze website. We wilden een nieuwe. Een site waarin we zelf zaken konden creëren en aanpassen.

We gingen in zee met een websitebouwer. Eerst kwam er meermaals een vertegenwoordiger langs (die bleek op commissie te werken). Hij vertelde ons wat de opties waren en wat ze te bieden hadden. Of nou ja, zo leek het. Dat idee krijg je wel eens bij verkoopgesprekken, ook al is dat niet zo. In werkelijkheid stelde hij wat vragen, vertelde op zijn beurt van alles, stelde ons meermaals gerust, en wist werkelijke inhoudelijke zaken goed te vermijden.

Een paar weken na het laatste gesprek was-ie er. Onze gloednieuwe site! Helemaal op maat gemaakt. Voor een slordige €2.500. Gemaakt in TYPO3, dus dan konden we zelf doen, maken, aanpassen wat we wilden.

Toch?

Welnee. Het was een gedrocht. Van buiten en van binnen. TYPO3 was voor ons op vele fronten niet te begrijpen. En als ik het al begreep, kon ik er niet mee, wat ik wilde. Daarnaast was de website vloeklelijk geworden. Totaal niet wat wij voor ogen hadden. Met lijntjes, rondingen, frutsels, een lelijk lettertype, een lelijk hoofdmenu, en een gruwel van een achtergrond: fake laminaat.

We konden wel janken. Voelden ons beledigd en genaaid. Dit leek in de verste verten niet op wat we wilden, noch op wat we omschreven hadden. We hingen logischerwijs direct in de telefoon. En we stonden perplex van de reactie: dit was de afspraak.

In de weken die volgden werden dingen aangepast. Moeizaam. Het maakte het niet veel beter. En wel een stuk duurder. Ze vonden het ons probleem; zij hadden niets verkeerd gedaan. En ‘once invested’, ben je toch geneigd te redden wat er te redden valt. (Bekend als het concorde-effect.) En hoe goed ik het ook probeerde, TYPO3 werd ik niet de baas. Ook al leerde ik er uiteindelijk redelijk mee werken.

Op een ochtend kwam ik de commerciële knakker tegen, waar ik toen woonde, in Sliedrecht. Hij was mijn leeftijd ongeveer, amper 30. Een van de twee directeuren van het internetbureau. Brutale harses. Grote mond. We zagen elkaar. Stonden allebei te tanken. En hij grijnsde.

Hij vond het leuk, ronduit amusant. In zijn ogen was ik teruggefloten door mijn werkgever. Omdat ik na de verkoopgesprekken per ongeluk één gesprek in mijn eentje met hen had gevoerd. En daardoor was het allemaal mijn verantwoordelijkheid. Bovendien vond hij dat juist hij beledigd mocht zijn. Wij gingen buiten ons boekje, met het klagen over de site. Het was immers gewoon zoals afgesproken.

Na deze voorstelling van pseudo-verontwaardiging lachte hij me nog maar weer eens uit, en vertrok. Ondertussen wisten we beter hoe het zat: twee kapiteins op een schip, beide slechts aan boord gegaan om geld te verdienen. Een gladde, mee-lullende verkoper erbij om de schuld altijd ergens in het midden te kunnen leggen. En het echte werk lekker laten doen door een paar onderbetaalde, illegaal op zolder (I kid you not) gehuisveste Aziaten. Veel inkomsten, weinig kosten. Fantastisch toch?


Mede door deze negatieve ervaring ben ik ‘erin gedoken’. In websites – we begonnen kort daarna opnieuw, met een andere sitebouwer en een andere site. En ook in SEO – waar mijn werkgever €400 tot €1000 per maand aan besteedde. Uitbesteedde. Aan ook weer een internetbedrijf. Waarbij niemand eigenlijk wist wat er met dat geld gebeurde.

Een jaar of vier later kwam ik zelf in dienst bij een kennis. Een kennis met een… jawel… een kennis met een INTERNETBEDRIJF.

In 2006 zocht ik al eens, direct na mijn studietijd, mijn ‘allergie’ op, het bankwezen. En nu ging ik me – bijna net zo vreemd misschien – bezighouden met het wereldje waar ik me genaaid door voelde. Het bleek heel hoogdravend. Er gingen grote bedragen in om. En de bedoelingen waren professioneel. Maar het rammelde aan alle kanten. Deze werkgever bleek een vleesgeworden stuk trots, zelfoverschatting en hoogmoed. Het waren dan ook 6 prachtige maanden.

Ik werd er schreeuwend uit gegooid, omdat ik als accountmanager meer kostte dan opleverde. Dat klopte. Dat had ik hem de week ervoor juist nog een-op-een gezegd. In tranen, dankbaar voor het opvangen van allerlei spreekwoordelijke klappen, wilde hij me salarisverhoging geven. Waarop ik zei: “Man, doe niet zo gek! Ik lever in die rol naar buiten nog altijd weinig op, en je betaalt je al blauw omdat je mij niet direct in dienst hebt!”.

Hij had strikt gezien gelijk. Ik leverde te weinig op. En zijn schoonvader – blijkbaar de geldschieter, wist ik veel – dreigde de stekker eruit te trekken. En dat bleek zelfs niet de eerste keer. Sterker nog, die werkgever was al menig maal zelf een bureau gestart, en even zo vaak failliet gegaan. Terwijl hij niet eens met een te gladde, dure zonnebril op in een te dikke BMW reed, zoals andere web-ondernemers die ik in die periode leerde kennen. Hij had overigens wel een leuk huis, in de polder, met een zelfgebouwde schuur waar je gerust je moeder jaren in zou laten wonen.


De moraal van dit verhaal is, dat ik er des te meer een punt van ben gaan maken. Van eerlijk zijn. Van faire en correcte bedragen rekenen. Voor zaken die correct zijn omschreven in offerte of factuur. Geen verzinsels. Geen poeha. Geen kluitjes in het riet. Geen abracadabra waarvan je grijnzend weet dat je ermee wegkomt, door het kennisgebrek van de ander.

Oh, echt, haaaaat aan; niet specifiek voor deze branche, naaistreken zijn alomtegenwoordig.

Een punt maken van transparant zijn. Van méér dan goed luisteren: van de juiste vragen stellen. En van het informeren van de ander. Want als je weinig of niks weet van websites en alles erachter en eromheen, dan is het echt een vaag geheel, waar je amper zicht op hebt.

De website van toen, in 2008, was weliswaar de miskoop van het jaar. Het is wel het jaar waardoor ik getriggerd raakte. En er uiteindelijk in gedoken ben. Zelf doen. Zelf websites maken. Een website voor mezelf allicht – ik wist een tijdje echt niet meer wat ik moest gaan doen met m’n werkzame leven. En uiteindelijk juist websites voor anderen.

Om deze reden zijn er tegenwoordig websites van Rem. En die zijn NOOIT gebouwd met TYPO3!